ars poetica
ik weet het nog als de dag van gisteren
(ik was misschien 22): ik zat
te broeden op een gedicht, en mijn moeder
zat bij het raam aardappels te schillen
het vers wilde maar niet lukken: het zweet
stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik:
“hoe kan men in godsherenaam dan ook
poëzie schrijven in een kamer waar
iemand aardappels zit te schillen!”
die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het
vers af: het was een bijzonder slecht vers
en pas heel veel later begreep ik: de beste
gedichten schrijft men al aardappel schillend
ars poetica
I remember as if it were yesterday
(I was perhaps 22): I sat
procrastinating over a poem, and my mother
sat by the window peeling potatoes
the poem just wasn’t happening; I had sweat
on my brow and with full irritation I thought:
“how is it possible for heavens sake that
someone can write poetry in a room where
potatoes are being peeled!”
that evening, when everyone was asleep, I
finished the poem: it was a really bad poem
and a long time later I understood; the best
poems are written when potatoes are being peeled
Translation: Albertina Soepboer & Sue Smeding